TERUG NAAR OVERZICHT

83. De val

26 april, 2022

Lavinia, 25 april 2022

Het voorbije voorjaar was het weer niet echt stabiel te noemen hier in Alicante. Het leek verdacht veel op het wispelturige karakter van het Belgische weerbeeld. Nu eens regen, dan weer bewolkt, om dan plots weer vijf dagen stralende zon te mogen begroeten. We zijn het niet meer gewoon. Het blijkt dan ook één van de slechtste voorjaarse periodes te zijn sinds de metingen hier. Gelukkig vallen de temperaturen zelfs op die regendagen meestal wel mee. Ik denk dat we het nu wel gehad hebben, en dat we nu wel perspectief hebben op een meer standvastig en mooi weertype, zoals we het gewend zijn. Het is ook duidelijk dat Spanje in deze streek in niets berekend is op dit natte weer. Dat zie je in verschillende facetten van het Spaanse leven terugkomen. Om maar een voorbeeld te noemen : in de bouw is het niet de gewoonte om de ramen met silicone te dichten, dakgoten zijn hier amper te zien. Dus kletst de regen als een gordijn de daken af, en sijpelt het langs de ramen binnen als het heel hard regent. Ook de afwateringssystemen in de straten zijn niet op een grote hoeveelheid water voorzien, waardoor straten heel snel blank staan. En waar ik me toch al vaak aan ergerde, liggen de voetpaden en welke paden dan ook steevast geplaveid met glanzende tegels, die bij de minste drup regen spekglad worden. Mooi, dat misschien wel. Zelfs als het niet nat is, en je gladde schoenzolen draagt, loop je het risico om onderuit te gaan. Wat mij trouwens al eens overkwam in het midden van een plein in Alicante.
Net een week geleden, op woensdag ochtend, zou ik het ontbijt gaan brengen bij de gasten die de avond voordien waren gearriveerd. Plateau netjes en mooi gevuld met een lekker ontbijtje op maat. Koffie, vers sinaasappelsap, homemade yoghurt, fruit, kaas, brood, jam, en noem maar op. Helaas had het nogal geregend tijdens de nacht. Met als gevolg dat alles goed nat lag. Omdat ik weet dat ook door de vorige eigenaar geen rekening werd gehouden met regenweer bij het aanleggen van paadjes en van de helling die naar ons huis toe loopt, was ik extra op mijn hoede.

Wie mij kent, weet dat ik Duracell batterijen in mijn kont heb, en dat alles vooral snel en effectief moet gaan. Deze ene keer bedacht ik me dat ik het maar rustig aan moest doen, dus deed ik sportschoenen aan, en stapte ik behoedzaam de helling af, met mijn volle dienblad. Ik wou net het terras van villa Melodía opstappen toen ik mijn voet voelde wegglippen. Er was geen houden aan : het plateau vloog in een boog enkele meters verder tot tegen de muur. Met een enorme bonk smakte ik met mijn rug en ribben tegen de harde vloer aan. Ik snakte even naar adem, moest even bekomen en nam ondertussen het schouwspel in me op. Het terras lag bezaaid met glasscherven, koffie en jus d’orange, de yoghurt droop langs de oprit naar beneden, de confituur plakte tegen de stenen. Daar lag ik dan, te kreunen van de pijn. Ik vond het maar een beetje onnozel om hulp te roepen bij mensen die ik nog niet kende, dus probeerde ik zelf recht te komen. De overtollige kilo’s deden me eens te meer de das om. Het was geen eenvoudige klus, en de pijn was niet te harden. Maar gasten gaan voor alles, dus van zodra ik rechtgekomen was, klopte ik aan en kondigde met een pijnlijke grimas aan : “jullie ontbijt ligt daar voor jullie klaar”. Het koppel zag onmiddellijk dat het geen grap was, en bood zijn hulp aan.
Ik kon maar aan één ding denken : er moest nog een koppel ontbijt krijgen, en dit koppel had ook recht op een nieuw ontbijt natuurlijk. Moedig stelde ik voor dat ik eerst terug naar boven zou gaan om van vooraf aan te beginnen, ook voor de andere gasten, en of ze het misschien goed zouden vinden om in Liv’s, onze barzaal, te komen ontbijten. Ze hoefden zich niets aan te trekken van wat er allemaal op de grond lag, ik zou het nadien wel opruimen.

Ik sleepte me naar boven, ondertussen de pijn verbijtend, om het ontbijt alsnog voor te bereiden. Ik geef toe dat het niet echt vlotte. Maar in mijn hoofd kon het niet zijn dat de gasten geen boterham kregen. Wim was ondertussen naar de luchthaven om een koppel gasten weg te brengen, en zou ook nog boodschappen doen. Ik wou hem even horen, om mezelf te troosten. Jammer genoeg nam hij de telefoon niet op en was ik genoodzaakt om een berichtje in te spreken – een berichtje dat hij nota bene niet eens had beluisterd, hoorde ik later.

Heel bezorgd kwam even later het bewuste koppel met een ovenplaat volgestouwd met het vermorzelde ontbijt, naar boven toe. Onmiddellijk namen zij en het andere koppel de touwtjes in handen, en werd spontaan de tafel gedekt, kreeg ik een kop koffie voorgeschoteld met de opdracht om even te bekomen. Want ik zag nogal wit, zo hoorde ik.

Alsof het een geoliede machine was, en zonder enig overleg, zorgden de beide koppels ervoor dat ik snel kon gaan rusten. Ik moest me vooral niets aantrekken van de afwas, dat zouden zij wel even doen samen. Ik voelde me er niet echt goed bij, want uiteindelijk waren zij onze gasten, en hoefden zij niet voor ons te zorgen, maar het was wel een heel erg fijn gevoel.

Vanaf toen wordt er steevast geholpen, en wordt de keuken en de zaal in een mum van tijd in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Wim was genoodzaakt om alles alleen te doen, en ik poogde hier en daar wat administratie bij te werken.

Pas zaterdag, omdat de pijn niet te harden was, ging ik naar de urgentie. Drie gekneusde ribben, waar jammer genoeg niets aan te doen valt, behalve ontstekingsremmers en pijnstillers nemen, en rusten (wat is dat?)…

De mensen zijn ontzettend lief, vragen om de haverklap of ze iets kunnen doen voor ons, hoe het met de pijn gaat, enzovoort. Ik kan me moeilijk voorstellen dat er veel plekken zijn waar mensen zomaar in de bres springen, hun vakantie zelfs een beetje aanpassen om zo weinig mogelijk tot last te zijn. En als daarbovenop nog eens andere gasten komen aandraven met een hangplant vol prachtige bloemen en een lief kaartje erbij, dan loopt mijn hart over. Al zal dit letsel me nog 6 weken parten spelen, de pijn is maar half zo erg dank zij deze lieve mensen.

Trouwens, diezelfde woensdag waarop ik viel, waren bij Wim blijkbaar – en wellicht ook nog eens op hetzelfde moment – twee kratten wijn van zijn kar geschoven op de parking van de groothandel. Twaalf flessen rode wijn lagen te bloeden op het asfalt. Een ongeluk komt nooit alleen. Gelukkig kon hij gewoon een dozijn nieuwe flessen in de winkel halen, want de kassière had ze niet goed gestapeld op de winkelwagen. We zijn elkaar waard, niet?😉

Hasta luego,

Annemie ofte Ana

 

6 reacties

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Graag op de hoogte blijven van onze nieuwste blogberichten? Schrijf je dan nu in om de laatste updates te ontvangen!

Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Follow Us

Volg ons op Social Media voor de laatste updates.
Wil je nog meer informatie?
Stuur ons dan een mailtje op info@lavinianaturistresort.com