97. Slapen onder een dons
12 januari, 2023Ergens onderweg, 11 januari 2023
We hebben net een weekje België achter de rug. In het grijze, regenachtige en koude noorden. Bij Wim was het drie jaar geleden dat hij nog in België was. Veel te lang, en toch leek het ook nog maar net, zoals hij zonder nadenken vlot overal heen reed. Er was immers veel veranderd tijdens die jaren, bijgebouwd, nieuwe infrastructuur van de wegen, een grote P + R voor de Oosterweelverbinding, onvoorstelbaar.
Het is voorbij gevlogen.
Bewust kozen we ervoor om enkel die mensen te zien die ons het nauwst aan het hart liggen. We wilden voor onszelf rust inbouwen. Quality time met vrienden en familie.
Het weerzien met onze zonen die hun leven opbouwen, hun intrek namen in een nieuw appartementje, doet ons zwellen van trots. De verhalen die ze vertellen, vol passie, het ontmoeten van een vriendinnetje, hun hond, de vaststelling hoe volwassen ze geworden zijn. Het doet vreemd aan. Die grote mannen, die boven ons uitsteken, die nu voor ons koffie zetten, of ons uitnodigen om uit eten te gaan, het lijkt de omgekeerde wereld wel.
Vreemder nog was de ervaring om Liv, mijn kleindochtertje, die nu een karaktervolle en zelfzekere peuter geworden is, “oma” te horen zeggen. Om samen met mijn dochter naar de speeltuin te gaan en plots de rol van echte oma te krijgen. Kleine Liv een handje te geven als ze het klimrek opklimt – de durf-al – bezorgd toekijkend hoe ze overal probeert op en af te klimmen. Mijn krakende zware lijf hijsend in de reuze grote schommel, kijkend naar de wolken, en dat lieve, zachte meisje die tegen mijn borst aanligt. Grote ogen met de langste wimpers ooit, kijken me liefdevol aan, roerloos ligt ze naast me, en samen kijken we naar de lucht. Joke, mijn dochter, duwt de schommel, en ik geniet intens van dit heerlijke familie tafereeltje dat ik jammer genoeg al te vaak moet missen door de keuze die we maakten om in Spanje te gaan wonen. Het klopt niet in mijn hoofd. Het woord “oma” past niet bij mij, althans zoals ik het zie. Mijn lijf zegt van wel, maar in mijn hoofd ben ik eeuwig jong, en lijk ik vanop een afstand te kijken naar die hippe oma met haar jeans jasje, met haar ‘out-of-bed-kapsel’. Dit ben ik niet, ik lijk erin gekatapulteerd. Ik weet ook wel dat dit hoogstwaarschijnlijk het gevolg is van het slechts sporadisch zien van dat lieve meisje dat mij oma noemt, waardoor ik slechts in trappen oma ben, en niet dag in dag uit. Mijn hart smelt als ik haar handje in mijn hand voel, als ze me te kennen geeft dat ze wil dat ik haar draag, als ze op alles “ja” zegt, op haar heel specifieke lieve manier. Het lijkt alsof ze alles begrijpt.
Het is heerlijk weer even bij te praten met Joke, al is het veel te kort. Scheiden doet lijden, ook nu weer. Maar ik ben weer bijgetankt, mijn hart zit weer vol mooie herinneringen, en ik kijk weer uit naar de volgende keer.
Het ontmoeten van onze vrienden is altijd weer een feest. Gendy en Wert, die ondanks verbouwingen met een stevige deadline, toch enkele uurtjes vrijmaakten om ons te zien, mét een taartje erbij. Eindelijk konden we hun prachtige nieuwe keuken en veranda bewonderen. Wat een smaakbom, wat een creativiteit! De eigengemaakte keramiek kommetjes die we cadeau kregen, krijgen een speciaal plekje.
En bovenal het thuiskomen op onze vaste thuisstek in Beveren. Bij onze vrienden waar we altijd bij terecht kunnen. Die hemel en aarde verzetten om ons een warm nest te geven, hun huis openstellen, alsof we er wonen. ‘Mi casa es tu casa’ staat bovenop. We genoten van de lekkere maaltijden samen, van het lachen, praten en eeuwige plagen. Van de zolderkamer met het bed dat niet bestemd leek voor mijn grote gewicht 😉, van het slapen onder een dikke dons, met een extra knus gehalte dat we in Spanje niet zozeer kennen. Dank je wel lieve Pat en Ann !
We hosten heen en weer in de smerige en gevaarlijke regen, naar Brugge, naar mijn ouders. Ook hier weer een heerlijke dag beleefd. Weliswaar met een heel dubbel gevoel. Ook al bel ik regelmatig met mijn papa, het is confronterend om vast te stellen hoe de jaren hem inhalen. Hoe hij zich schuifelend en met een enorm groot valrisico, voortbeweegt. Ik hou mijn hart vast als ik hem de trap zie opklimmen of zie bukken om iets op te rapen. Maar ik ben zo trots op deze kranige man die zich aardig redt. Die nu voor mij soep klaarmaakt, met groentjes uit eigen tuin, die hij zelf klein snijdt. Hoe hij alles beredeneerd organiseert en zelf zijn huishouden runt. En dat op bijna 87-jarige leeftijd.
De angst slaat oms om het hart als we hem plots voor onze wagen zien opdoemen wanneer we terug komen van het bezoek aan mama. Hij had namelijk een afspraak bij de tandarts. Het is halfdonker en hij schuifelt de grote, gevaarlijke baan op om over te steken. Vlak voor onze auto. Hij is amper zichtbaar, klein en voorovergebogen. Maar zijn plots kordate tred zorgt ervoor dat hij toch veilig de overkant bereikt. Ik weet wel bijna zeker dat we hem op een dag onderaan de trap zullen vinden. Maar het is hoe hij het wil. Een paracommando in hart en nieren. Het is een onveilige situatie, maar wie zijn wij om zijn leven verder te bepalen? Hij heeft al heel wat woeste wateren doorzwommen. Deze laatste tocht zal hij ook wel halen, op zijn manier. Ik leg mij erbij neer, wetende dat ooit de dag komt dat ik dat ene telefoontje zal krijgen, altijd onverwacht, ook al verwacht je het eigenlijk wel, ooit, maar niet nu, steeds te snel.
Omdat mama nieuwe broeken nodig had, en het voor papa best een heel gedoe zou zijn om iets voor haar te halen in de winkel, te passen in het woonzorgcentrum, en opnieuw naar de winkel te moeten, stelde ik hem voor om met mama te gaan shoppen. Moeder-dochter, weet je wel ? Bovendien kan ik me niet herinneren dat mijn vader ooit kleren kocht voor zichzelf, laat staan voor een ander. Dus vond ik het wel een uitdaging om met mama te gaan winkelen. Het werd best gezellig. Niet direct zoals in de goeie ouwe tijd, maar met een andere dimensie. Mama was in opperbeste stemming en het was een plezier te zien hoe ze spontaan contact legde met de winkeldame, op haar ondertussen eigenste, door Alzheimer gevormde, kinderlijke manier. Het was fijn om te zien hoe ze ervan genoot om mee te ‘kiezen’, de stoffen aan te raken, kleuren te bewonderen, ‘haar’ broeken te mogen bijhouden tot aan de kassa, een jas te passen en gekke bekken te trekken als ik de kap over haar hoofd trek. Het afscheid van haar vorige jas was moeilijk. Steeds weer nam ze hem uit de zak die we meekregen om hem weg te gooien. Waarom het haar moeilijker maken? Gewoon meenemen, het komt vanzelf goed.
Deze mooie herinneringen koesteren we in ons hart en nemen we mee op onze reis terug naar huis.
Maar eerst nog de vakantiebeurs in Utrecht. Best spannend.
Hasta luego!
Annemie ofte Ana
2 reacties
voor alle aandachtige kijkers:
we hebben (omdat we zelf een andere afspraak hadden) één keer niet kunnen koken voor Annemie en Wim, en laat Annemie nu net daar een foto van in de blog zetten
🙂
Tja Pat, Belg in hart en nieren. Dan kan een echte friet van het frituur niet ontbreken…